Wat Werkt? Kansrijk opgroeien in het Land van Cuijk

Nieuwe initiatieven, programma’s en samenwerkingsverbanden: Met Andere Ogen is als lerend netwerk continu in beweging. Maar welke aanpak werkt nu echt? In de interviewreeks ‘Wat Werkt?’ delen we succesverhalen uit de praktijk, om zo concrete handvatten te bieden die je direct kunt toepassen. Deze keer vertelt Marieke Bosch, Strategisch Adviseur van het Sociaal Domein Land van Cuijk, over de unieke samenwerkingsovereenkomst die 25 ketenpartners in onderwijs, zorg en jeugd in januari 2023 tekenden – en wat dit betekent voor de ontwikkelkansen van kinderen.

Een versterkt opgroeiklimaat van -9 maanden tot 27 jaar én een integrale, efficiënte en contextgerichte welzijn- en zorgstructuur: zo ziet een effectief jeugdbeleid eruit volgens het Land van Cuijk – een fusiegemeente van vijf kleine gemeenten in Noord-Brabant. Het gezamenlijk doel: kinderen in het Land van Cuijk kansrijk, gezond en veilig laten opgroeien. Dat vraagt allereerst om een intensievere samenwerking tussen onderwijs, zorg en jeugd, maar dat niet alleen: een slimme én andere organisatie van de expertise en inzet van consultatiebureaus, kinderopvang en onderwijslocaties is hiervoor minstens zo belangrijk.

Organisatiegrenzen laten vervagen

Marieke: ‘We hebben met elkaar een aantal afspraken gemaakt om ons gezamenlijk doel te bereiken, zoals de inzet van een multidisciplinair kernteam op elke opvang- en onderwijslocatie. Dit moet de kansengelijkheid, talentontwikkeling en verbinding met de eigen omgeving vergroten.’ Op ieder van deze locaties zet het Land van Cuijk een functionaris neer die deze beweging coördineert. Zo wordt het voor alle partijen makkelijker om zich aan de gemaakte afspraken te houden. Ook krijgt vanuit bestuurlijk mandaat iedere organisatie inhoudelijk én financieel de ruimte om te doen wat nodig is voor de ontwikkeling van kinderen en jongeren. Een belangrijke voorwaarde om organisatiegrenzen te kunnen laten vervagen en over beleidsterreinen heen te kijken.

Een veilige thuissituatie als basis

Maar om te doen wat nodig is, moet je natuurlijk wel weten wat nodig is. Om tot deze samenwerkingsovereenkomst te komen, hielden alle ketenpartners daarom eerst een aantal sessies om dit boven tafel te krijgen. Marieke: ‘Eén probleem dat bij alle partners duidelijk naar voren kwam: de opvoeding. Een ondergeschoven kindje, want niet het makkelijkste onderwerp om bespreekbaar te maken. De vraag is namelijk: wie is er verantwoordelijk voor? Natuurlijk de ouders, maar ook de school en de gemeente spelen hierin een belangrijke rol.’ Een veilige thuissituatie vormt immers de basis om kansrijk, gezond en veilig op te groeien. Dus als je preventief te werk wil gaan, moet je daar beginnen. Als jeugdzorg moet worden ingezet, is het eigenlijk al te laat. Deze aanpak moet de inzet van jeugdzorg daarom juist zoveel mogelijk voorkomen. Hoe? ‘Door ouders actief te betrekken. En door het normaal te maken om over opvoeding te praten en hierbij hulp te vragen.’

Door jongerenwerkers en consulenten van Jeugd en Gezin een vast onderdeel te maken van alle onderwijsteams, wordt het voor ouders niet alleen laagdrempeliger om hulp in te roepen, maar ook makkelijker voor professionals om problemen tijdig te signaleren. De eerste effecten hiervan lijken al zichtbaar, zegt Marieke. ‘We horen veel positieve geluiden. Maar om aan te tonen dat deze nieuwe aanpak werkt, moeten we het natuurlijk meten. We zijn bezig met het ontwikkelen van een tool hiervoor.’

Makkelijker dan je denkt

Met zoveel partners van verschillende beleidsterreinen samen tot één kernachtige overeenkomst komen én een set heldere afspraken om die overeenkomst na te leven: het klinkt bijna te mooi om waar te zijn. Maar dat is het allesbehalve, zegt Marieke: ‘Het is veel makkelijker dan je denkt. Je hebt als het goed is namelijk allemaal al hetzelfde doel: doen wat nodig is voor de jeugd. Dus je moet het elkaar vooral niet te moeilijk maken om dat doel te bereiken.’

Het sleutelwoord: vertrouwen. Vertrouwen in de professionals die weten wat er nodig is en vertrouwen dat het geld goed terechtkomt. ‘Voor onderwijs en zorg zijn weliwaar nog steeds aparte potjes, maar het is met deze overeenkomst een stuk makkelijker geworden om dat geld te verdelen.’ Verder benadrukt Marieke dat de overeenkomst in feite niet meer is dan het letterlijk uitvoeren van de Jeugdwet. ‘Die zegt al dat we moeten doen wat nodig is. De professionals in onderwijs en zorg zijn onze ogen en oren, dus samenwerken met hen is nodig als je als gemeente proactief wil zijn. Nu werkten we natuurlijk al nauw samen. De overeenkomst geeft eigenlijk vooral dekking om goed te doen wat we al deden, maar ook om prioriteiten te stellen en om nieuwe dingen te durven.’

Het Land van Cuijk organiseert verder regelmatig bijeenkomsten waar de bestuurders van de ketenpartners informeel samenkomen om te bespreken hoe het gaat. ‘Dat informele karakter werkt goed om dat vertrouwen vast te houden. Je merkt dat iedereen zo enthousiast is. We werken echt samen!’ 

Beginnen waar het vuurtje zit

Marieke geeft toe dat de fusie van de deelgemeenten in 2022 wel heeft geholpen om tot deze overeenkomst te komen: de samenwerking tussen alle betrokken partijen was daarmee al vanzelfsprekender geworden en de lijntjes korter. Maar het vuurtje werd tijdens coronatijd al aangewakkerd: ‘Door de wekelijks veranderende regels voor de jeugd moesten we elke keer heel snel schakelen. We merkten dat we hierin heel efficient samenwerkten. Toen dachten we: dat moeten we dan toch op grotere schaal ook kunnen?’

‘Begin waar het vuurtje zit’, is dan ook Mariekes tip voor gemeenten die de samenwerking met ketenpartners ook wil versterken. ‘Maak met die kleine groep een start. Dan sluiten er vanzelf meer mensen aan.’ De inrichting van de jeugdzorg is er immers op gericht dingen meer lokaal te regelen: het is zo bedoeld omdat je als gemeente samen met het onderwijs en de zorg het dichtst op de lokale jeugd zit. Regionale of landelijke aanpakken kunnen om die reden ook juist verzanden. ‘Door lokaal te werken, kun je inkopen op behoefte. En dan kun je doen wat echt nodig is.’

Handig, maar niet heilig

Dat vraagt ook om lef: als bestuurder moet je het vertrouwen hebben dat je niet in de problemen komt als je – in overleg met ouders – kiest om te doen wat nodig is. De samenwerkingsovereenkomst is dan ook gebaseerd op gezamenlijke afspraken met die bestuurders dat ze dat kunnen doen. ‘Maar het is aan ons om die afspraken uiteindelijk ook in alle andere lagen van de organisaties te laten landen’, zegt Marieke. ‘Dat model zijn we nog aan het uitwerken: hoe zorgen we ervoor dat alles van de werkvloer naar het bestuur gaat en alles van het bestuur weer terug naar de werkvloer?’

De overeenkomst is daarin nu weliswaar leidend, maar zeker niet bindend of heilig. Marieke: ‘Het is ontzettend handig dat die er is, om op terug te kunnen vallen en elkaar aan te spreken. Stiekem hoop ik dat we ‘m straks helemaal niet meer hoeven te gebruiken, omdat het zo vanzelfsprekend geworden hoe we samenwerken en alles gewoon goed gaat.’

Meer weten

Meer weten? Download De samenwerkingswerkingsovereenkomst Kansrijk opgroeien, de Nota Kansrijk opgroeien in het Land van Cuijk die aan de overeenkomst ten grondslag ligt of bekijk alle speerpunten en afspraken in de overzichtelijke Infographic.

Ook kun je contact opnemen met Marieke Bosch via marieke.bosch@landvancuijk.nl of met Daniel Stap via daniel.stap@landvancuijk.nl.


 

Downloads

De volgende bestanden zijn bijgevoegd aan dit artitel: