31 augustus 2020

‘Veel problemen zijn geen onderwijs-zorg vraagstuk’

Om de ontwikkelkansen van alle kinderen te vergroten hebben we alle ogen, nodig. In deze serie portretten laten we mensen aan het woord die hun blik werpen op Met Andere Ogen.

  1. Wie ben je en wat is je (professionele) rol?

‘Ik heb jarenlang zowel in het onderwijs als voor jeugdhulp gewerkt. De laatste jaren werk ik als associate lector voor de Hogeschool Windesheim en doe onderzoek naar de vraag hoe het kan dat steeds meer kinderen zorg nodig hebben in Nederland. Die cijfers vertonen al jaren een stijgende lijn. Ik sta dan ook best kritisch tegenover de samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp omdat ik vermoed dat een van de redenen waarom die cijfers stijgen juist is omdat we steeds beter samenwerken. Ik zie ook dat die samenwerking nodig is, maar het is echt ingewikkeld. Er wijken steeds meer kinderen af van de norm en dat probeer ik vanuit de wetenschap te verklaren. Klopt die norm eigenlijk wel?’ Daarnaast werk ik als ZZP voor gemeenten en onderwijs om zo de kennis ook in de praktijk te kunnen brengen.

  1. Waar staat Met Andere Ogen voor in jouw ogen?

‘Het staat voor een hele mooie ontwikkeling die scherp kijkt hoe we die samenwerking tussen onderwijs en zorg kunnen verbeteren. Maar tegelijkertijd ben ik kritisch omdat ik die samenwerking te vanzelfsprekend vind gaan. Zaken die we nu als zorgproblemen bestempelen, zijn daar geen andere oplossingen voor? Zo was ik bij een school waar ze een continurooster hadden ingevoerd. De leraren klaagden dat die kinderen zo druk waren waardoor ze nauwelijks tijd hadden om optimaal onderwijs te geven. In de pauzes maakten de leerlingen onderling veel ruzie ‘er is echt iets met ze aan de hand’, zo vertelden ze mij. School wilden dit met hulp uit de zorgkant oplossen. Ze bestempelden veel kinderen als vervelend, zonder na te gaan of misschien de invoering van het continurooster een oorzaak was van dit gedrag van kinderen. Bijvoorbeeld het aanstellen van een sportleraar voor de pauzes om actief en gestructureerd met leerlingen iets te gaan doen, had mogelijk ook de problemen kunnen oplossen, daar is dan helemaal geen zorg voor nodig. De context is voor een kind heel bepalend om zich optimaal te kunnen ontwikkelen.’

  1. Welk kind heb je voor ogen, hoe draag je bij aan het vergroten van zijn of haar ontwikkelkansen? 

‘Dat zijn er verschillende. Zo was er Koos (16) een gameverslaafde thuiszitter. Hij was weggevallen uit het verlangen van iedereen en er was niets meer met hem te beginnen werd er gezegd. Ik ben naar zijn huis gegaan waar zijn moeder zei dat Koos altijd op zijn kamer zat. Ik ben naast hem gaan zitten en niet weg gegaan. Hij realiseerde zich dat ik echt geïnteresseerd in hem was. Vanuit daar hebben we een relatie opgebouwd en is hij uiteindelijk terug gegaan naar school. Ook was er Jan (16), de grote zorgleerling die van school was getrapt. Op een andere school had hij direct goed contact met zijn mentor en toen Jan halverwege het jaar aan zijn mentor vroeg of hij hier ook een zorgleerling was, was het antwoord direct: nee. Ook heb ik mijn eigen drie kinderen voor ogen. Zij leren me welke normen er zijn binnen het onderwijs, gewoon door aan de eettafel hun ervaringen te delen. Zo was de oudste (groep 7) al 3 dagen bezig met toetsen om te meten wat de achterstand was na de Corona-sluiting en een schooladvies te geven. De leraar probeerde, vanuit de beste bedoelingen, met grafiekjes te laten zien hoe het ging in de klas. Het viel mij op dat mijn zoon daar toch wat angstig van werd en hoe hij en zijn vriendjes daarover spraken, daar is op zich niet zoveel mis mee. Maar het maakte mij weer bewust hoe dus het aanbod en de schoolcontext bepaalt hoe een leerling zich voelt en gedraagt. We hebben in het onderwijs-zorgvraagstuk mensen nodig die snappen hoe dat werkt om zo te voorkomen dat alle problemen jeugdhulpproblemen worden.’

  1. Wat kun je zelf bijdragen aan Met Andere Ogen?

‘Dat is nog een work-in-progress. Doordat ik er met één been in sta en met één been er uit, kan ik kritisch blijven. Gaan we niet te makkelijk de verbinding leggen tussen onderwijs en zorg? Wetenschappelijk hoop ik door er over te schrijven meer van dit soort signalen af te geven. Ook probeer ik in de lerarenkamers deze discussie aan te zwengelen: heeft dit jongetje echt ADHD of eet hij bijvoorbeeld slecht of niet vaak genoeg. Ik probeer ze te laten nadenken over wat er echt speelt. Geef je bijvoorbeeld rekenen vlak voor de pauze of juist na de pauze als ze gegeten hebben en even hebben kunnen opladen? Ik ben me ook bewust dat er altijd kinderen zijn die wel zorg/jeugdhulp nodig hebben. Voor hen hoop ik dat we het zo kunnen organiseren dat ze zoveel mogelijk op hun eigen school kunnen blijven.’

  1. Vul aan: voor mij is Met Andere Ogen geslaagd als….

‘…er Met Andere Zorg-ogen wordt gekeken. Als scholen kritisch kijken naar het eigen handelen en naar andere oplossingen. Maak een analyse van de problemen en zoek naar oplossingen binnen het eigen perspectief, waardoor je alleen als het echt niet anders kan zorg invliegt.’