Dialoog #10: Denk in mogelijkheden in plaats van regels

Loading video..

Iedere jongere heeft recht op leren en onderwijs om zijn eigen potentieel te ontdekken en zich optimaal te ontwikkelen. Ondanks alle inspanningen zijn er nog te veel jongeren die vastlopen in het onderwijs en daardoor niet meer naar school gaan. Inmiddels zijn er in Nederland zo’n 120 initiatieven die aan deze jongeren een plek bieden wanneer het reguliere of passend onderwijs hier niet in slaagt. Een aantal van hen hebben zich verenigd in het Initiatieven Collectief, samen met Movisie en Gedragswerk. Wat kunnen we leren van het Initiatieven Collectief om onderwijs en jeugdhulp te verbeteren?

Als te veel kinderen en jongeren niet meekomen, is dat een signaal dat het huidige systeem niet werkt. Marjet van Houten, programmaleider bestaanszekerheid en waardevol werken Movisie, richtte daarom het Initiatieven Collectief op: een verbond van thuiszittersinitiatieven die andere routes tot leren en ontwikkelen bieden aan kinderen die anders thuis zouden zitten. ‘We moeten het systeem uitdagen om ervoor te zorgen dat jongeren die uitvallen ook een plek vinden. Er zijn nog te veel schrijnende situaties.’ Maar wat is er precies nodig om dit probleem structureel aan te pakken?

Ronde 1: ouders en jongeren

‘Het probleem met het reguliere onderwijs zit ‘m in de nadruk op presteren in plaats van op leren en ontwikkelen’, zegt ervaringsdeskundige Wouter Heesen. Hij kwam na een periode van thuiszitten bij het ACIC terecht en dat beviel hem goed. ‘Het was een plek waar ik stap voor stap dingen mocht doen, in plaats van moest doen.’ Hier was veel tijd en rust voor nodig, benadrukt hij. ‘Het is belangrijk om niet te snel alles op te willen lossen, maar de kans te krijgen om vanuit een intrinsieke motivatie verder te gaan.’

‘Uit je hoofd, in je handen’

Daarnaast moeten we meer luisteren naar het kind of de jongere en denken in mogelijkheden in plaats van in regels. Ervaringsdeskundige Linda Beling vult aan: ‘Scholen zouden misschien ook meer moeten durven toegeven dat ze iets niet weten of kunnen. ‘Het is fijn dat er thuiszittersinitiatieven zijn, maar in het reguliere onderwijs mag het wel wat menselijker en kwetsbaarder.’ Hierdoor hoeven jongeren die zich anders voelen, dit niet zo te verbergen en zouden er misschien minder jongeren uitvallen, is de gedachte. Linda kwam op haar vijftiende bij het Dagelijks Bestaan, een plek waar jongeren na een landingsfase rustig kunnen werken aan hun eigen doelen. Het motto: uit je hoofd, in je handen. ‘Veel jongeren die hier terechtkomen, zijn door het reguliere schoolsysteem volledig vast komen te zitten in hun hoofd.’ Bij het Dagelijks Bestaan kreeg ze weer het gevoel erbij te horen. Verder heeft ze veel zelfkennis opgedaan: ze weet nu wat ze wél kan en waar haar valkuilen liggen.

Ouders en kinderen als expert

Jacqueline van de Riet, moeder van een 14-jarige zoon die naar De Regenboog gaat, kwam al terugkijkend op haar zoektocht vooral tot de conclusie dat ook de professionals het niet altijd weten. Het is daarom belangrijk om de ouders en kinderen als experts te zien en hun kennis serieus te nemen. Wouter: ‘Uiteindelijk had ik het meest aan de hulpverlener die juist niet wist wat hij met me aan moest, maar die gewoon naar mij luisterde en van daaruit dingen met mij ging doen.’ De belangrijkste les: kijk naar wat jongeren wél kunnen in plaats van wat niet goed gaat.

Ronde 2: Initiatieven

Vanuit die gedachte zijn er in Nederland talloze initiatieven gestart. Zo’n 120 daarvan hebben zich verenigd in het Initiatieven Collectief. Inizo, een kleinschalig wonen-initiatief voor kinderen en jongvolwassenen met onbegrepen gedrag door autisme, is er één van. Het doel: samen met de jongeren tot een plan te komen en activiteiten te organiseren. Hylke Homan-de Boer, manager van Inzizo: ‘We zijn altijd bezig met de vraag: hoe dan wel? Maar daarvoor hebben we wel anderen nodig, zoals gemeentes en samenwerkingsverbanden.

Fijne sparringpartners

Hierin zit ook meteen de meerwaarde van het collectief, zegt Marjet: ‘Zo kunnen we laten zien dat er een wil is om samen te werken. Het is een manier om erkenning te krijgen.’ Marije Jumelet, mede-eigenaar Praktijk de Ezelsbrug, vindt het fijn om te kunnen sparren met andere initiatieven. ‘Het onderscheid tussen zorg en onderwijs is een grijs gebied, horen we altijd. We moeten samen kijken wat we wél kunnen doen.’

Goed luisteren

Audrey Maeder-Sahupala, eigenaar het ACIC, vult aan: ‘Als initiatief ben je best kwetsbaar. De verbinding leggen met anderen maakt minder kwetsbaar.’ Ze richtte het ACIC op met de gedachte: wat mijn zoon nodig heeft, is er niet, dus dan doe ik het zelf wel. Het ACIC biedt plek aan kinderen vanaf 4 jaar tot jongvolwassenen van 25 jaar. De grondslag? ‘Wij zijn geen hulpverleners. Dat werkt ongelijkheid in de hand. Mensen met autisme zijn denkers. Je moet ze als het ware aanzetten en dan gaat het allemaal vanzelf.’ En daarvoor moet je vooral naar de kinderen en jongeren luisteren – iets wat ook volgens deze initiatiefnemers nog altijd veel te weinig gebeurt.

Ronde 3: Adviesraad EigenWijsheid

De leden van de Adviesraad EigenWijsheid – een landelijke raad van ervaringsdeskundigen die thuiszittende jongeren vertegenwoordigt - zijn het hier roerend mee eens. En het huidige onderwijssysteem faalt, met alle gevolgen van dien, aldus de Adviesraad. EigenWijsheid stelde daarom een 11-puntenplan op waarmee het probleem van thuiszittende jongeren kan worden opgelost. Het hoorrecht is een van die punten: jongeren kunnen heel goed zelf aangeven wat ze nodig hebben, maar er wordt niet naar ze geluisterd. Daarnaast moet een maatwerkdiploma komen, want op dit moment zijn er verplichte vakken, waardoor sommige jongeren vastlopen en daardoor tussen de wal en het schip belanden – zonder diploma. EigenWijsheid vindt ook dat het taboe op mentale gezondheidsklachten moet worden doorbroken: meer openheid en je kwetsbaar op durven stellen, zouden stappen in de goede richting zijn.

Ronde 4: beleid en praktijk

Liesbet Tijhaar, voormalig directeur-bestuurder Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Amsterdam Diemen, wordt verdrietig van de verhalen die ze vanavond hoort. ‘We dachten dat we dit probleem met het passend onderwijs konden oplossen. Maar het lukt dus nog niet voor alle kinderen; het passend onderwijs bereikt nog niet zijn doel. Ze pleit daarom voor meer ruimte in de regelgeving. Zo hoeft het onderwijs niet steeds naar de zorg te wijzen, en andersom, en ontstaat er ruimte voor wat kinderen en jongeren echt nodig hebben. Regien Looijen, voorzitter netwerkgroep thuiszitters, sluit zich hierbij aan. ‘Ik dacht dat we het best goed deden, maar het kan nog veel beter. We moeten echt beter luisteren. En we moeten de budgetten voor onderwijs en zorg meer samenvoegen.’

Urgent

Volgens Melchior Wammes, initiatiefnemer van EigenWijsheid, moet er vooral in de wet- en regelgeving iets veranderen. ‘De goede wil is er misschien wel, maar of iets lukt hangt dan af van een persoon die zich inzet.’ De oplossingen zijn nog niet structureel genoeg, vindt hij. Ook mist hij de urgentie: ‘Er staat ons straks een onderwijscrisis te wachten. Het probleem wordt steeds erger.’

Systeem op de schop

Marjet van Houten is het hiermee eens en sluit af met een belangrijke vraag: ‘Waarom zijn die 11 punten van EigenWijsheid nog niet ingevoerd?’ De boodschap is helder: we zijn er nog lang niet, het systeem moet op de schop en we moeten terug naar de basis van onze waarden als we willen dat er echt iets verandert.

Wil je de hele uitzending terugkijken? Klik dan op het filmpje bovenaan dit bericht.