01 december 2020

Dialoog #2 – Door de ogen van professionals: Samen zien we zoveel meer

‘Interprofessioneel samenwerken’, wat is dat en waarom is het nodig? Daarover ging het in tweede dialoogmiddag Met Andere Ogen op maandag 30 november jl. live vanuit Pakhuis De Zwijger in Amsterdam. Dit keer konden we meekijken door de ogen van professionals.

Vroeger ging het zo: er waren zorgen rond een kind. Afhankelijk van de ernst van die zorgen gaven één of (heel) veel professionals hun visie op de oplossing. Het gevolg: “Iedereen gooide zijn eigen jas over mijn kind, met het resultaat dat ik mijn kind niet meer zag”, zoals een ouder het omschreef.

Tegenwoordig willen we het anders. Astrid Ottenheym, directeur-bestuurder van samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Noord-Kennemerland: “Een kind is niet opgesplitst in specialismen, een kind is één geheel. We moeten ophouden met willen sleutelen aan het kind, we moeten in plaats daarvan de situatie versterken waarin het kind leeft. Anders lukt het ons niet om gezamenlijk het goede te doen voor het kind.”

Het goede voor het kind

Hoe kom je erachter wat dat is: het goede voor het kind? Heel simpel: door met het kind (of de jongere) zelf in gesprek te gaan. ‘Outreachend bezig zijn’, noemt jongerenwerker Tarik Hamdiui uit Arnhem dat: “Wij leggen de verbinding tussen school, straat en thuis. Veel jongeren hebben een affiniteit met de straatcultuur. De school heeft daar vaak moeite mee, het zijn gescheiden werelden. Maar het komt de school toch wel binnen. Door contact te leggen met jongeren, met hen in gesprek te gaan, pikken we vroegtijdig signalen op en kunnen we samen met school naar oplossingen zoeken.”

Er vroeg bij zijn is dus belangrijk, door zo vroeg mogelijk signalen op te pikken en met elkaar te delen. En liefst al op zo jong mogelijke leeftijd, dus ook al in de kinderopvang. “Het lijkt wel of passend onderwijs pas begint vanaf 4 jaar”, zegt Sylvia Mol, manager kinderopvang bij Allente opvang en onderwijs, “maar in de opvang wordt al de basis gelegd voor gelijke kansen voor ieder kind. Ik pleit er dus voor om het te hebben over een doorgaande ontwikkeling van 0 tot 18 jaar, met daarin een wezenlijke rol voor de kinder- en buitenschoolse opvang. Ook daar zit veel signaleringskracht.”

De kern is dat professionals elkaar opzoeken en hun kennis delen over een kind. De een ziet dit, de ander dat, en samen zien ze heel veel meer. En hoe eerder dat gebeurt, hoe preventiever er kan worden gehandeld.

Samen ‘op de vloer’ staan

Een moeilijkheid in het samenbrengen van professionals is de ruis die al snel ontstaat in de communicatie. Professionals spreken niet altijd dezelfde taal, kijken ieder met een andere bril en kunnen andere belangen hebben.

Waar het goed gaat, zijn plekken waar de hulp in de school is gehaald, zoals op de School Als Werkplaats op het Friesland College. Projectleider Liesbeth Buijs vertelt wat daarvoor nodig is geweest: “Wij wilden het kind niet meer exporteren naar de hulp, maar de hulp importeren in school. Elf professionele organisaties leveren daaraan hun bijdrage. We hebben geleerd naar elkaar te luisteren, naar wat iedereen kan bijdragen aan de oplossing van een probleem. En we hebben het geld centraal georganiseerd, zodat daar in ieder geval geen belangenconflicten liggen.”

Ook Janny Reitsma, projectleider van PACT voor Kindcentra gelooft in het samenbrengen van professionals op één plek: “Dat zorgt voor diversiteit. Samen ‘op de vloer’ staan is de beste manier van interprofessioneel samenwerken. Dan leer je van elkaar. En dat verhoogt de kwaliteit. In de opleiding zou daar meer aandacht aan kunnen worden besteed.”

Meer gewicht voor de stem van jeugdigen

Hans Schuman, hoofddocent bij het Seminarium voor Orthopedagogiek in Utrecht, is het daarmee eens. “Ik ben een groot voorstander van interprofessioneel opleiden, waarbij al vroeg de juiste attitude wordt aangeleerd. Die zou je kunnen samenvatten als het T-model: professionals ontmoeten elkaar door stevig met beide benen in hun professie te staan, maar strekken tegelijk hun armen uit om elkaar te vinden. En niet alleen elkaar: ook het kind en zijn ouders. Interprofessioneel samenwerken moet geen gesprek worden tussen professionals, maar van professionals met jeugdigen. Hun stem mag meer gewicht krijgen. Ik ben daarom erg blij met punt 4 uit de Verbeteraanpak Passend Onderwijs waarin de minister aankondigt het hoorrecht van jeugdigen wettelijk te gaan verankeren. Aan professionals de opdracht naar hun stem te leren luisteren.”

Bij dit alles moeten we vooral niet wachten tot we het systeem hebben veranderd. “Ook binnen het systeem is er veel mogelijk”, zegt Astrid Ottenheym. “Ga maar gewoon samenwerken, en los met elkaar op wat je tegenkomt.”

En vergeet ook niet dat het met de meeste kinderen in Nederland gelukkig fantastisch gaat. Misschien hebben zij ook wel ideeën over hoe het beter kan voor de kinderen met wie het soms wat minder gaat?

 

Met Andere Ogen – bouwstenen voor een nieuwe manier van kijken, doen en denken #2

  1. Zie het kind als één geheel, niet als een verzameling specialismen.
  2. Geef de stem van jeugdigen meer gewicht.
  3. Breng professionals samen op één plek: daar waar het kind is.
  4. Samen ‘op de vloer’ staan is de beste manier van interprofessioneel samenwerken.
  5. Besteed meer aandacht aan interprofessioneel opleiden.

 

Terugkijken? Klik hier. De volgende dialoogmiddag Met Andere Ogen vindt plaats op woensdag 16 december van 16:00 - 17:30 uur met als titel: ‘Door de ogen van bestuurders’.